28
flexibele
schroefaskoppelingen
Waarom kiezen voor R & D Marine
flexibele schroefaskoppelingen :
1. Montage d.m.v. bouten tussen bestaande flenzen
2. Machinale bewerking is niet nodig
3. Eenvoudig te monteren
4. Eenvoudig om periodiek de uitlijning te controleren
5. Reduceert lawaai en absorbeert (torsie)trillingen
6. Met doorslagbeveiliging
7. Zeer korte inbouwlengte
8. Geen stuwdruklager nodig
9. Automatische centrering van de schroefas op de keerkoppeling
10. Schroefaskoppeling is en blijft flexibel en wordt niet aangetast door olie e.d.
De 910-serie schroefaskoppelingen van
R & D Marine
bestaat uit een gegoten flexibele schijf van taai maar toch veerkrachtig polyurethaan. De
vorm van de koppeling geeft ruimte aan de koppen van de bevestigingsbouten en is flexibel genoeg om enige tijdelijke foutieve uitlijning van de
schroefas en/of de motor door bijvoorbeeld starten, stoppen, accelereren, of ‘wringen’ van de scheepsconstructie op te vangen.
De voorwaartse stuwdruk wordt opgevangen door de polyurethaan schijf tussen de twee flenzen. De achterwaartse stuwdruk (trek) wordt
opgevangen door de twee kruislings gemonteerde platen die tevens dienen als doorslagbeveiliging.
Bij bestelling van één van de schroefaskoppelingen op de volgende pagina dient - indien tussen haakjes vermeld - aangegeven te
worden om welk type keerkoppeling het gaat.
Installatievoorschriften voor
R & D
flexibele schroefaskoppelingen
1)
Breng de flens van de uitgaande as van de keerkoppeling globaal in lijn met de schroefasflens zonder flexibele koppeling ertussen.
2)
Monteer de R&D flexibele koppeling tussen de twee flenzen en zet de bouten op het juiste aanhaalmoment vast. Middels de
pasranden in de flexibele koppeling is de centrering van de keerkoppelingflens ten opzichte van de schroefasflens in dit stadium al
correct.
3)
Controleer de uitlijning (= de hoek die de uitgaande as van de keerkoppeling maakt ten opzichte van de schroefas ) op de volgende
wijze: Meet de afstand tussen de rode boutkop en de stalen flens met een voelermaat (zie tekening) met de rode boutkop in de
hoogste positie gedraaid. Draai vervolgens de schroefas 90º (kwart slag) en herhaal de meting. Doe dit in totaal 4 keer (4 metingen
over een volledige slag)
4)
Als de afstand tussen de rode boutkop en de flens hetzelfde is in alle vier standen, is de motor goed uitgelijnd. Het verschil tussen
minimum en maximum afstand mag maximaal 0.25 mm. bedragen.
Opm.: Door ‘inzakken’ van de trillingdempers waarop de motor gemonteerd staat kan in de loop der jaren een situatie ontstaan, waarbij de motor
als het ware aan de schroefas gaat ‘hangen’. Dit is een onwenselijke situatie omdat hierdoor trillingen ontstaan en zelfs op den duur schade kan
optreden. Controleer hierom periodiek de centrering van de schroefas op de motor en stel de installatie opnieuw af indien nodig.
Berekening van het maximale schroefaskoppel :
(Max. PK van de motor : Max. toerental) X 7120 X reductie keerkoppeling = Max. schroefaskoppel in Nm
Aanhaalmomenten
ten behoeve van R&D contraflenzen & flexibele schroefaskoppelingen:
M10 : 61 Nm /
45 lbsft
3/8” UNF : 40 Nm /
30 lbsft
7/16” UNF : 81 Nm /
60 lbsft
M12 : 108 Nm /
80 lbsft
1/2” UNF : 100 Nm /
75 lbsft
5/8” UNF : 210 Nm /
155 lbsft
M18 : 338 Nm /
250 lbsft
3/4” UNF : 366 Nm /
270 lbsft
R
&
D
Marine Ltd
Rode
boutkop
